Of de Amerikaanse Federal Reserve donderdag nu wel of niet de rente verhoogt, maakt niet eens zoveel uit, meent analist Arne Petimezas van beursmakelaar AFS Group. Veel belangrijker is hoe voorzitter Janet Yellen de boodschap verpakt.

Beleggers wachten donderdag maar op één ding. En dat is niet het antwoord op de vraag of de Amerikaanse Federal Reserve wel of niet de rente met een kwartje verhoogd van het huidige niveau van 0 tot 0,25 procent. De markt is daar wel over uit: de kans op een renteverhoging is minder dan 25 procent.

Waar het om draait is de boodschap van de Fed en zijn voorzitter Janet Yellen: wanneer en in welk tempo gaat de rente omhoog? Yellen, die om 20.30 uur Nederlandse tijd een persconferentie geeft, zal het lastig krijgen om hier een eenduidig antwoord te geven.

Fed zit klem

Probleem voor de Fed is dat de Amerikaanse centrale bank zichzelf klem heeft gezet. Toen de Fed eind vorig jaar de obligatieaankopen staakte, liet de centrale bank doorschemeren van plan te zijn medio 2015 de rente te verhogen. Maar dan moest de centrale bank wel zeker zijn  dat de inflatie zou aantrekken en dat de werkgelegenheid bleef toenemen.

En dat is waar de schoen wringt. De centrale bank geeft steeds in de kalender aan wanneer de renteverhoging ongeveer zal gaan plaatsvinden. Maar als de tijd voor een renteverhoging dan nabij is, blijkt de economie keer op keer niet aan de verwachtingen van de Fed te voldoen. In juni was de economische groei te zwak en de inflatie te laag. In juli was de inflatie nog steeds veel te laag. Bovendien waren beleggers op vakantie en kon de Fed geen reuring veroorzaken.

Krappe kapitaalmarkt

De inflatie heeft sinds juli geen verbetering laten zien. Bovendien hebben nerveuze beleggers het werk voor de Fed al gedaan en is een renteverhoging voorlopig even niet meer nodig. De beurscorrectie van afgelopen zomer heeft namelijk geleid tot een krappere kapitaalmarkt, precies wat de Fed met een renteverhoging hoopt te bewerkstelligen.

De risico-opslag voor bedrijfsobligaties is toegenomen en aandelenkoersen hebben een snoekduik gemaakt. Beleggers hebben hun inflatieverwachtingen verlaagd, waardoor de reële rente is gestegen. Bovendien is de dollar ten opzichte van de valuta van opkomende landen nog harder geworden – en hard gebleven ten opzichte van de euro en de yen.

Monetaire verruiming

De harde dollar is eigenlijk het allergrootste probleem van de Fed. Medio 2014 zette de dollar een ongekende rally in. Beleggers verwachtten namelijk dat de Fed de eerste grote centrale bank zou zijn die het zou wagen om de rente te verhogen. Andere centrale banken, zoals de Bank of Japan, de Europese Centrale Bank en de People’s Bank of China, zagen dat hun economie op de rand van deflatie balanceerde en gingen juist één voor één hun monetaire beleid verruimen.

Door de monetaire verruiming in de eurozone, Japan, China (en nog veel andere landen) en een Fed die aanstalten maakte om de rente juist te verhogen, hebben de Verenigde Staten via de hardere dollar deflatie uit de rest van de wereld 'geïmporteerd'. Daardoor is ook het groeitempo van de Amerikaanse economie afgekomen.

Amerikaanse arbeidsmarkt

De Fed heeft steeds volgehouden dat de Amerikaanse economie desalniettemin sterk blijft en op eigen kracht genoeg inflatie weet te creëren. Centraal staat hier de veronderstelling van de centrale bank dat er nog maar weinig onderbezetting in de arbeidsmarkt is en dat de arbeidsmarkt verder zal verkrappen. Daar is wat voor te zeggen.

Maar het tegenovergestelde, dat de arbeidsmarkt helemaal niet zo krap is als de Fed beweert, is ook hard te maken. De looninflatie is namelijk nog steeds laag. En er zijn geen tekenen die er op wijzen dat de lonen sterk genoeg zullen stijgen om de inflatie op 2 procent te krijgen. Met andere woorden: de werkloosheid, die in augustus op 5,1 procent stond, kan nog verder dalen voordat we brede loongroei gaan zien.

Renteverwachting

Beleggers denken dat de Fed te optimistisch is over inflatie en de economie in het algemeen. Volgens de markt zal de Fed in de rest van het decennium niet aan zijn inflatiedoelstelling van 2 procent voldoen. Daardoor zijn reële rentestanden hoger dan ze moeten zijn en zal de Amerikaanse economie ondermaats presteren. Met andere woorden: beleggers denken dat de Fed te vroeg en te hard op de rem gaat staan.

In de grafiek kunt u zien wat voor rentepad beleggers hebben ingeprijsd en wat de Fed zelf verwacht. De Fed heeft al in december, maart en juni zijn optimisme over de economie moeten temperen en zijn renteverwachtingen (blauwe lijnen) moeten verlagen. Beleggers (rode lijn) vinden de Fed echter nog steeds te optimistisch.

(klik voor vergroting)

dot plot

Woensdagavond zal blijken in hoeverre de Fed zijn renteverwachtingen verlaagt. Als de Fed niet genoeg naar beleggers opschuift, riskeert het een nog hardere dollar en hogere reële rentestanden.

Maar tegelijkertijd kan de centrale bank niet de handdoek in de ring gooien en afzien van een renteverhoging. Dat zou ten koste gaan van de geloofwaardigheid van de centrale bank. En bovendien is de Amerikaanse economie vergeleken met de rest van de wereld nog steeds het 'schoonste vieze overhemd'. De Fed kan nog steeds kalm naar een renteverhoging toewerken.

Van belangrijker is vooral de onderliggende boodschap. De Fed onder voorzitter Yellen heeft steeds gezegd dat een renteverhoging vertrouwen geeft aan de economie. Maar het hoort andersom te zijn. Onder oud-voorzitter Ben Bernanke zou de boodschap zijn: er is vertrouwen in de economie en daarom verhogen we de rente.

Op dit moment is er nog niet genoeg vertrouwen. Noch bij beleggers, noch bij Amerikaanse huishoudens.

Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl